Elke week, behoudens stakingen, bezoeken we een stakend individu of stakende
beroepsgroep die een bijzondere eis heeft, een vreemde aanpak of die gewoon een
beetje anders is. Het interview of een samenvatting daarvan vindt u telkens op
deze pagina. Het spreekt voor zich dat objectiviteit niet nagestreefd wordt,
anders kon u ook zelf het interview doen.
Namaskar! Vlaanderen is honderden
goeroes rijk, Wallonië is dan weer iets armer aan spirituele meesters. Maar
vanaf… nu eigenlijk, zijn de goeroe’s in
staking. We vroegen Parahamsanananda naar een reactie.
“Goede avond, meester
Parahamsanananda, hoe stelt u het? Niet te warm? Niet te koud? Zal ik een extra
kussentje brengen, wilt u een drankje?
“Eigenlijk heet ik Johan.
Parahamsanananda is mijn goeroenaam. Maar die laat ik voorlopig vallen. Zoals
ik mijn energetische armband laat vallen. Zoals ik mijn bril afzet. Zoals ik
mijn goeroering uittrek. Zoals -
“Mag ik die hebben?”
“Neen.”
“Waarom doet u dit eigenlijk,
Parmahamsananda?”
“Die had ik van ver zien aankomen.”
“Werkelijk? U bent té groot!”
“Goed. Een keer per jaar,
onthechten we ons van het onthechten om ons niet te hechten aan de onthechting
.”
“Oke dan. Trekt u veel volk aan
met die gewaden?”
“Wat zijn gewaden anders dan stoffelijke
omhulsels van een onstoffelijke kern? Kijk maar, onder dit gewaad zit een gewoon
joggingpak van de Wabri.”
“Gaat u dat uittrekken?”
“Het gewaad? Ja, dat trek ik uit.
Ziezo.”
“Hebt u zo nog verrassingen?”
“Deze dreadlocks zijn een pruik,
die trek ik ook uit. Kijk maar…”
“Jezus Christus!”
“Ik heb vrede met mijn ware
zelf.”
“Ik iets minder… En de blote
voeten?”
“Die schuif ik nu meteen in
Docksides.”
“Toch geen Docksides!”
“Het zij zo. Ah, daar komt Mike
met onze goedkope cava…”
“Mike, wie is - Ah, Baba Moustoek!!
Heer, ik kniel neer in ontzag en nederigheid en ik kus de grond waar uw voeten
zo meteen -
“Zeg maar Mike.”
“Wat? Maaike?”
“Mike.”
“Ik… Nee, ik kan het niet, Baba…
Waar is uw kenmerkende hoofddoek met vele kleurrijke belletjes die uw verheven
komst steevast aankondigen?”
“Ik leende hem uit aan Steven
Tyler van Aerosmith.”
“Daar moet ik van bekomen… Ook
van die cava trouwens, wie heeft dát walgelijk drankje ooit uitgevonden…”
“Vraagt u me niet hoe ik Steven
Tyler ken?”
“Nee, ik krijg het niet over mijn
lippen. Baba Moustoek… Enfin, dus jullie zijn aan het staken. Maken jullie er
iets ludieks van? Of eerder een groot feest met alle volgelingen?”
“Ja zeker. Vanavond kijken we
naar de kabeltelevisie. Veel volgelingen vertellen me over reclameboodschappen,
maar die heb ik nog nooit gezien. Jij, Mike?
“Ja, ik heb op de commerciële
zender al wel eens reclame gezien voor een tentoonstelling over Rik Wouters. En
ik geloof ook een oproep van de banksector om ethische projecten te steunen.”
“Prachtig, dat wil ik ook wel
eens zien, Mike.”
“Hebt u dan geen nieuwe dingen
gekocht de voorbije jaren, Swami?”
“Neen. Wat zijn nieuwe dingen
anders dan oude dingen in nieuwe discours? Ah, toch, een huis, maar dat is meer
voor de leerlingen.”
“Excuseert u mij, Swami, ik wil
niet onbeleefd zijn, maar is dat daar niet de nieuwste IPhone in uw broekzak?”
“Neen.”
“Oei, excuseer.”
“Geen probleem. Dat is de natuur.
Maar ik heb wel zo’n IPhone. Gekregen van een leerling.”
“Krijgt u vaak van die zaken?”
“Wat is vaak? Vaak is zelden voor
wie nooit telt.”
“Ok dan.”
“En ik tel niet. Ik vind het niet
belangrijk. Maar weet u, veel volgelingen werken in de financiële wereld of
communicatiesector. Ik krijg nogal wat geschenken uit die branche.”
“Ik dacht dat uw leerlingen
eerder bij ngo’s en zo zouden werken. Of in het onderwijs.”
“Die zijn er ook, ja… Hun ‘eerlijke’
producten vind ik eerlijk gezegd niet echt bijzonder. Ik heb die mensen op het
hart gedrukt mij geen paarlemoeren kistjes of Afrikaanse beeldjes meer te
geven.”
“Die chips zijn wel lekker,
Johan.”
“Vind je dat, Mike? Ze smaken
naar vogelkak. En hun pralines smaken naar échte zeevruchten.”
“Baba, krijgt u ook IPhones?”
“Ja, maar ik gebruik die enkel om
te bellen, te gamen en om te internetten. Smssen doe ik niet.”
“We maakten op facebook een groep
aan om goed te kunnen afspreken en morgen gaan we samen eten in de Lunch House.”
“Daar is het vegetarische aanbod
toch bijna onbestaande, Swami?”
“Wie zegt dat we vegetarisch
eten? Morgen voeden we ons met al het gewone noeneteten dat de mensen op deze
aarde doorgaans naar binnen spelen. Zo krijgen we voeling met iedereen. Het
liefst eten we straks ook niet-biologisch maar dat is tegenwoordig al moeilijk
te vinden. Gelukkig kon Vincent een aantal vervuilde vissen uit het
Victoriameer op de kop tikken. Zo voelen we ook verbondenheid met de bewoners
van Victoriameerland.”
“Is Vincent uw vaste visleverancier?”
“Nee, Vincent is Sri
Yoelhansapatrar. Kent u die?”
“Nee! Nee toch? Alles, maar dat toch
niet! Sri Yoelhansapatrar op de vroegmarkt?”
“De leerlingen maken de meesters,
dat beseffen we maar al te goed. Zoals het publiek de kunstenaar maakt, de
schapen de herder en Glenn Danzig de Misfits. Een dag staken is daarom een
vereiste voor ons, goeroe’s, om niet vast te roesten. Neemt u gerust nog een droog
worstje…”
“Betekent dit ook dat ik Binti
Nasdu, uw Heilige Moeder vanaf nu ook Stieneke mag noemen?
“Wat zeg je daar, onbenullige
ketter? Mijn Moeder aan wiens Heilige Voeten je nog niet eens komt? Ik wil dat
je onmiddellijk je excuses aanbiedt!”
“Sorry, Johan, het spijt me
werkelijk. Klopt het trouwens dat je moeder maar negen tenen heeft?”
“Dat is… Ik wil niet dat je me
Johan noemt”.
“Maar je zei-
“Ja, wel, het voelt niet langer lekker
aan. Baba Moustoek, ik trek me terug in mijn Heilige Ruimte, laat jij onze gast
buiten?”
“Heb je hem gehoord, snuiter?
Eruit! Met de Mike wil je geen boel, verstaan?”
“Wacht, Johan, zal ik je extra
toiletpapier brengen? Johan, wacht!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties: